Naar de content

'Ik herinner me geen tijd zonder het woord non-binair'

Wat ben ik: non-binair

Sanne Boekel voor NEMO Kennislink

Wat doen labels met je identiteit? Finn (17) voelt zich geen vrouw, geen man, maar non-binair: “Oudere mensen stellen veel vragen. Mijn vrienden accepteren het gewoon.”

26 januari 2024

“Er was altijd iets in me dat me het gevoel gaf dat ik nergens helemaal in paste. Toen ik veertien was, knipte ik mijn haar af en experimenteerde ik met dingen, maar het was nooit in me opgekomen dat ik geen meisje was. Vroeger op de basisschool had je het daar niet over, dus dan ben je er niet zo mee bezig.”

“Eerst dacht ik dat ik misschien een trans jongen was, maar daar werd ik niet gelukkig van. Ik was opnieuw aan het proberen om in een hokje te passen. Toen ik me voor het eerst identificeerde als 'non-binair', voelde dat heel fijn en comfortabel. Ik weet niet meer wanneer ik het woord voor het eerst hoorde. Ik ben opgegroeid in een open-minded gezin. Voor mijn gevoel was het woord er altijd al.”

Nieuwe naam

“Mijn ouders kwamen erachter dat ik op school aan het experimenteren was met een nieuwe naam. Ze zagen een mailtje waarin ik werd aangesproken met ‘Finn’. Ik was dat een beetje stiekem achter hun rug om aan het doen. Niet omdat ik bang was dat ze me niet zouden accepteren, maar ergens heb je er wel angst voor. Mijn ouders begrepen niet waarom ik het achter hun rug om deed. Ze zeiden: “Je kunt ons toch alles vertellen?”

“Daarna was het gewoon oké. Mijn ouders vonden dat ik moet zijn wie ik ben. Het werd heel erg liefdevol ontvangen. Mijn moeder zei dat ze het wel had zien aankomen, terwijl ik er zelf nooit echt over had nagedacht.”

Oudere mensen gaan er anders mee om. Zij stellen meer vragen

“Ik heb het aan mijn vader en moeder samen verteld, maar ik weet eigenlijk niet wanneer ik het aan mijn broertje heb verteld. Ik denk dat hij gewoon dacht: oké, Finn is non-binair, dat is prima. Oudere mensen gaan er anders mee om. Zij stellen meer vragen. Ze vragen hoe ze me moeten aanspreken, naar welke wc ik ga, dat soort dingen. Daar zijn jonge mensen veel minder mee bezig.”

Voornaamwoorden

“Ik gebruik zelf alle voornaamwoorden, dus hij/hem/zijn, zij/haar/haar en die/hen/hun. Dat laatste is misschien nieuw voor mensen. Het is een genderneutrale manier om iemand aan te spreken. Het gebruik daarvan is helemaal niet moeilijk en doe je soms onbewust al, bijvoorbeeld wanneer je zegt ‘Finn zegt dat die erbij zal zijn’. In plaats van hem/haar zeg je ‘hen’ – geef jij hen de boodschap door? – en in plaats van zijn/haar zeg je ‘hun’ – het was hun idee.”

“Mijn vrienden accepteren het gewoon. In mijn vriendengroep zitten veel mensen met verschillende soorten identiteiten. In die bubbel is het supernormaal als ik zeg: ‘Hoi, ik ben Finn en ik ben non-binair.’ Daar worden geen vragen over gesteld. Mijn opa en oma hadden er nog nooit van gehoord. Zij horen het nu voor het eerst. Terwijl ik me niet echt kan voorstellen dat het woord er niet was.”

“Ik begrijp het wel als mensen vragen hebben. Vooral voor oudere mensen is het iets nieuws, dus vragen zijn logisch. Je mag mij alles over mijn identiteit vragen als dat met respect gaat. Ik zal ook altijd alle vragen wel beantwoorden.”

Negatief

“In mijn omgeving kreeg ik alleen maar positieve reacties, dus ik heb niets te klagen. Maar ik zag een debat op tv tussen Rob Jetten en Thierry Baudet, waar 'non-binair' heel negatief werd benoemd. Ik ben daar best wel van geschrokken. Iedereen om me heen accepteert me zoals ik ben, maar er zijn dus ook plekken waar dit niet gebeurt. Dan merk je opeens dat er toch nog wel anders over wordt gedacht in de samenleving.”

“Het is moeilijk om te horen dat sommige mensen twijfelen aan hoe ik me voel. Voor mij is het heel logisch dat ik non-binair ben. Ik voel me daar zelfverzekerd bij. Ik vind het een beetje apart als iemand anders denkt te kunnen bepalen hoe ik me zou moeten voelen. Dit is wie ik ben. Waarom heeft iemand anders daar nou wat over te zeggen?”

Over de serie Wat ben ik

Door de jaren heen ontstaan er nieuwe labels waarmee we ons gedrag en onszelf proberen te begrijpen. Voor sommigen is zo'n woord bevrijdend of verhelderend, voor anderen juist beklemmend of stigmatiserend. In deze serie komen mensen met uiteenlopende persoonlijke verhalen aan het woord. Daarmee willen we je aan het denken zetten over de relatie tussen taal en werkelijkheid.