Naar de content

Online is iedereen doelwit

Recensie boek ‘Dit wil je écht niet weten’

Freepik

Iedereen krijgt te maken met digitale spionage, stelt Huib Modderkolk in ‘Dit wil je écht niet weten’. De omzwervingen die hij maakt om de impact hiervan duidelijk te maken, moet je voor lief nemen.

5 april 2024

Het begint met een e-mail die Volkskrant-journalist Huib Modderkolk ontvangt van ene Nasir, een Iraniër die door de Israëlische veiligheidsdienst Mossad zou zijn gerekruteerd. Daarna volgen een pakketje en ontmoetingen met een Mossad-agent. Modderkolk beschrijft in zijn nieuwe boek ‘Dit wil je écht niet weten’ tot in detail de meerdere ontmoetingen die hij met die (ex-)agent heeft, gewoon op het redactiekantoor van de Volkskrant. Wat willen deze Mossad-man en Nasir van hem? Dit verhaal en de rol van het computervirus Stuxnet lopen als een rode draad door het boek. Dit virus maakte een aantal centrifuges in een nucleair complex in Iran kapot, waardoor het Iraanse kernprogramma naar verluidt jaren vertraging heeft opgelopen.

Het is een fascinerend verhaal over de rol van de Nederlandse veiligheidsdienst AIVD in Stuxnet, die, zo betoogt Modderkolk, niet eens op de hoogte was van het grotere plan achter die operatie. De journalist heeft achterhaald dat ene Erik van Sabben, een Nederlands ingenieur, het beruchte virus in het kerncomplex heeft aangebracht. Ondertussen is Modderkolk zelf het doelwit geworden van een inlichtingenoperatie, want de Mossad-man, die zegt in levensgevaar te zijn, blijkt een dubbele agenda te hebben. Vooral deze zoektocht naar Stuxnet, de ontmoetingen met geheim agenten en de inzichten in de AIVD, maken dit boek de moeite waard.

Massaspionage

Maar Modderkolk wil met zijn boek nog veel meer dan verslag doen van zijn ervaringen met binnen- en buitenlandse inlichtingendiensten. Hij wil een duidelijk signaal naar de lezer zenden: we lopen online veel meer gevaar dan je denkt. Hij vertelt hoe de inlichtingendiensten sinds de komst van het internet en de smartphone hun werkwijze radicaal hebben veranderd. ‘We leven in het tijdperk van massaspionage. Tot in de jaren negentig bespioneerden inlichtingendiensten elkaar voornamelijk via ambassades. Met richtmicrofoons, satellietinterceptie of door een fysieke inbraak probeerden ze de intenties van een andere staat te achterhalen. (…) Maar sinds de komst van de smartphone, sociale media en rap digitaliserende bedrijven en overheden liggen de interessante data verspreid over de hele wereld. (…) Waren vroeger voornamelijk diplomaten en ambtenaren doelwit van spionage, tegenwoordig krijgt iedere burger ermee te maken.’

Modderkolk vertelt hoe hackers – uit naam van een veiligheidsdienst, maar ook onafhankelijke, ethische hackers – te werk gaan. Hoe ze zwakke plekken in de data-infrastructuur van de vijand zoeken. Hij geeft interessante voorbeelden, zoals van de Nederlandse ethische hacker Hactic, die bij de Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot binnenkwam.

Ook maakt duidelijk dat het online inlichtingenspel geen ver-van-mijn-bedshow is, maar dat het iedereen treft, want hackers van vijandige regimes proberen westerse samenlevingen op allerlei fronten te ontregelen. Bijvoorbeeld door (te proberen) te rommelen aan onze energievoorziening, communicatienetwerken of ons drinkwater, of door nepnieuws te verspreiden. Zo legt Modderkolk een link tussen de ophef om de Week van de Lentekriebels (over seksuele voorlichting) op Nederlandse basisscholen en een internationaal rechts-conservatief netwerk dat ‘vertakkingen (heeft) naar het Kremlin en de Russisch-orthodoxe kerk’.

Zijpaden

Deze boodschap – alles wat we online doen, wordt gevolgd – is echter verre van nieuw, en kwam ook in zijn vorige boek ‘Het is oorlog maar niemand die het ziet’ (2019) aan bod. Hetzelfde geldt voor ‘Je hebt wel iets te verbergen’ (2016) van De Correspondent-journalisten Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis en Je gezicht is nu van ons’ (2023) van New York Times-journalist Kashmir Hill.

Modderkolk bewandelt een hoop zijpaden om die boodschap kracht bij te zetten. Zoals het verhaal van de Iraniër Amir, die denkt een glanzende toekomst in Nederland tegemoet te gaan, met een mooi huis in Amsterdam en een leaseauto, maar in mum van tijd alles weer kwijtraakt als blijkt dat hij met de AIVD heeft gepraat. En het verhaal van Bram, die verliefd wordt op een Russische spion en daardoor zijn baan bij TNO kwijtraakt. Hoewel de verhalen stuk voor stuk interessant zijn, wil je als lezer toch elke keer weten hoe het hoofdverhaal verder gaat, over de Mossad-man en Stuxnet. Dat verhaal is op zich interessant genoeg. Dus voor wie het niet erg vindt om die zijpaden te nemen, staat er genoeg interessants in ‘Dit wil je écht niet weten’juist van alles wat je als moderne burger eigenlijk wel zou moeten weten.

Huib Modderkolk, Dit wil je écht niet weten. Over de onvoorstelbare wereld achter je scherm, Uitgeverij Podium, 288 pagina’s, €12,99.