Naar de content

‘Polarisatie op de inhoud is juist goed’

Interview met politicoloog Tom van der Meer

Leden van de Tweede Kamer stemmen over een motie. De leden zijn schuin op de rug gefotograffeerd.
Leden van de Tweede Kamer stemmen over een motie. De leden zijn schuin op de rug gefotograffeerd.
De Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0

Het ontbreekt in de politiek aan inhoudelijk conflict, waardoor het politieke midden kleurloos is geworden. Dat verklaart de opkomst van radicaal-rechts en de huidige coalitie van PVV, VVD, BBB en NSC, volgens politicoloog Tom van der Meer.

14 juni 2024

In onze democratie is het aan de kiezer om richting te geven aan de samenleving. Maar kiezers kunnen dat alleen doen als duidelijk is wat er te kiezen valt. Daarom heeft een democratie inhoudelijk conflict nodig, betoogt Tom van der Meer, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam in zijn nieuwe boek Waardenloze politiek. Er moet een zichtbaar verschil van mening zijn tussen politici over de dingen die er voor mensen echt toe doen. Over de waarden waar politieke besluiten op gebaseerd zijn. Want pas dan weten kiezers waar de partijen voor staan en welk vakje ze in het stemlokaal aan moeten kruisen.

Volgens Van der Meer zijn de middenpartijen – vooral de VVD, CDA en PvdA – in crisis omdat ze de afgelopen decennia het inhoudelijk conflict hebben verwaarloosd. “Ze hebben zichzelf weggekleurd, het ontbreekt aan een openlijke waardenstrijd.” Daardoor ontstond een letterlijk waardenloze politiek.

Dat gebeurde om te beginnen in de verkiezingscampagnes van de middenpartijen, legt Van der Meer uit. Partijen probeerden een zo groot mogelijke groep kiezers aan te spreken en namen elkaars standpunten over. Partijen werden daardoor inwisselbaar. Campagnes gaan bovendien vooral over de poppetjes. “Wie wordt de premier, hoe goed doen partijen het in de peilingen? Het gaat zelden over de inhoud.”

Na de verkiezingen moet er een kabinet geformeerd worden. Middenpartijen zochten elkaar de afgelopen decennia heel vaak op. De latere kabinetten Rutte waren brede middencoalities van partijen die het eigenlijk oneens zijn. “Dat maakt het moeilijk voor partijen die in de coalitie zitten om duidelijk te maken waar ze voor staan. Zeker als de politieke kopstukken ook minister zijn, en politieke afspraken in detail worden vastgelegd in een coalitieakkoord.”

Technocratie

Partijen verkleuren ook in de uitvoering van beleid. “Hele zware keuzes werden de afgelopen jaren neergezet als noodzakelijk, als politiek neutraal”, zegt Van der Meer. Neem bijvoorbeeld de besluiten tijdens de coronapandemie om scholen te sluiten en een avondklok in te stellen. “Er werd gesuggereerd dat het OMT dat nodig vond, en dat de politiek niet anders kon dan instemmen. Terwijl ook deze besluiten politieke afwegingen waren.” Er had dus ook anders gekozen kunnen worden. Politici verschuilden zich achter de wetenschap, zegt Van der Meer. “Dat kan anders. In Denemarken en Noorwegen werd ook deskundig advies ingewonnen, maar daar namen politici wel verantwoordelijkheid voor hun keuzes en maakten duidelijk welke politieke afweging ze maakten.”

Het Nederlandse beleid rondom corona, maar ook dat rondom stikstof of het Gronings gas, was technocratisch volgens Van der Meer. “En dat ontneemt de tegenstanders van dat beleid hun legitimiteit. De technocraat zegt eigenlijk dat wie het niet met hem eens is, dom is en het niet begrepen heeft. ‘We zullen het nog een keer uitleggen’, is dan de reactie. Maar daardoor is er geen ruimte voor inhoudelijke waardenstrijd.”

Populisme

Aan de andere kant staat de populist. Die zegt namens het gewone volk te spreken en daagt de macht uit. “Maar ook de populist ontneemt de tegenstander haar legitimiteit. De populist zegt eigenlijk dat wie het niet met hem eens is, corrupt is en alleen aan zichzelf denkt. De populist zegt dat de elite het voor het eigen belang doet, of zich laat omkopen door bedrijven.”

De democratie zit klem tussen technocratie en populisme, concludeert Van der Meer. En aan beide kanten is geen ruimte voor inhoudelijke waardenstrijd. Beiden nemen hun tegenstander niet serieus. “Terwijl een democratie juist gebaat is bij pluralisme. Er moeten verschillende visies zijn, manieren om richting te geven aan de samenleving. En inherent aan een democratie is dat die rivaliserende visies op gelijke voet met elkaar staan. Je moet het standpunt van de ander respecteren, ook als je het er niet mee eens bent.”

Doorbraak op de flanken

Het vervlakken van het politieke midden heeft geleid tot doorbraken op de flanken, zegt Van der Meer. “Pim Fortuyn kon alleen opkomen in 2002 doordat PvdA en VVD kleurloos waren geworden. Tijdens de paarse kabinetten waren de ideologische verschillen op economisch vlak tussen PvdA en VVD verdwenen.”

Hetzelfde is nu gebeurd: de verkiezingswinst van PVV, BBB en NSC in november 2023 was het gevolg van de kleurloosheid van de kabinetten Rutte, stelt Van der Meer. “Macht krijgt steeds de oppositie die het zelf oproept.” Tijdens Rutte werden besluiten technocratisch uitgelegd, oplossingen werden gezocht in de uitvoering en inhoudelijke verschillen in het midden verdwenen. “Dat gaf ruimte voor een andere oppositie dan voorheen. Zoals van de BBB die in opstand komt tegen het technocratische besluit en zegt: jullie zeggen wel dat het zo moet maar het kan toch anders. Oppositie van het NSC van Omtzigt, die de uitvoering van beleid controleerde, en van de PVV die zegt dat alle middenpartijen één pot nat zijn.”

Democratie in crisis?

Is de democratie in crisis nu een populistische partij de grootste partij van Nederland is geworden en de regering gaat leiden? Volgens Van der Meer valt dat wel mee. “De democratie is robuust en staat zelf niet op het spel. We hebben in Nederland een evenredig kiesstelsel, veel partijen en een regering op basis van coalities. De kans is klein dat een rechts-populistische partij in zijn eentje aan de macht komt, zoals in Hongarije, Turkije of de VS, waar een ander kiesstelsel is.”

Maar de kleurloosheid van het politieke midden is wel een probleem, denkt Van der Meer. “Partijen in het midden hebben hun eigen verval veroorzaakt, maar ze kunnen er ook zelf wat aan doen.” Middenpartijen moeten volgens Van der Meer weer op zoek naar het grote verhaal, de diepere zingeving en de weidsere vergezichten.

Visie is geen olifant

“Visie werd, in de woorden van Mark Rutte, vaak gezien als de olifant die het zicht beperkt. Maar dat is niet terecht. Partijen moeten zich weer gaan afvragen waar ze voor staan. Dat kan bijvoorbeeld door meer aandacht te geven aan de leden van een partij, en aan het wetenschappelijk bureau van de partij. En wat minder tijd en geld besteden aan de politici en de campagnemakers.”

Vaak gaat de polarisatie die nu plaatsvindt over de poppetjes en daar schieten we niet zoveel mee op

Als partijen weer weten waar ze voor staan, dan kunnen ze het politiek inhoudelijk conflict weer meer opzoeken. “Dan gaat het niet om het platte conflict dat nu vaak centraal staat in de politiek, waarin alles draait om de poppetjes. Maar dan gaat het veel meer om het opzoeken van inhoudelijke verschillen, bijvoorbeeld hoe partijen de welvaart willen verdelen.”

Waardenstrijd

De belangrijkste strijd in de politiek is wat Van der Meer de waardenstrijd noemt. Dat gaat over wie bepaalt waar het in de politiek over gaat. “Elke partij staat voor bepaalde waarden. Als je het debat zo kan beïnvloeden dat het gesprek gaat over jouw waarden, dan heb je al bijna gewonnen. De VVD en NSC maakten in 2023 van migratie een belangrijk thema, maar dat werkte in het voordeel van de PVV. Als je woonbeleid kan framen als een migratievraagstuk dan ben je in het voordeel als jouw partij geassocieerd wordt met migratie. Terwijl wonen ook kan gaan over gezinnen, of over armoede, of over goed bestuur.”

Partijen zelf lijken zich soms nauwelijks bewust van de waardenstrijd. “Het CDA voerde tien jaar lang campagne op het thema economie, terwijl een sterke economie het kernpunt is van de VVD. Het CDA verwaarloosde de discussie over gezinnen, waarden en normen en gemeenschap, waar de partij eigenlijk onderscheidend op is. Van de andere kant ging de VVD campagne voeren op het thema migratie, terwijl dat bij de PVV hoort.”

Meer diepgaand inhoudelijk conflict is dus nodig in de politiek, zodat de kiezer wat te kiezen heeft. Maar leidt meer conflict niet tot nog meer polarisatie? “Vaak gaat de polarisatie die nu plaatsvindt over de poppetjes, de mensen in de politiek, en daar schieten we niet zoveel mee op. Maar met polarisatie op de inhoud is niks mis.”

Bron

Waardenloze politiek, Tom van der Meer, uitgeverij Querido, 2024, 207 pag.