Naar de content

‘Zelfvertrouwen is de sleutel voor Gen Z’

Interview met Eveline Crone en Renske van der Cruijsen over hun nieuwste boek

Tieners met smartphone
Tieners met smartphone
Freepik

Social media, prestatiedruk en de andere uitdagingen van deze tijd hoeven niet te betekenen dat jongeren angstig en onzeker opgroeien. Met de juiste begeleiding ontstaat Generatie Zelfvertrouwen.

4 oktober 2024

De jongeren van nu - geboren tussen ongeveer 1995 en 2012, ook wel Gen Z genoemd - worden vaak neergezet als te gevoelig en vooral met zichzelf en hun telefoon bezig. Maar klopt dat beeld wel? Volgens hoogleraar en vooraanstaand hersenonderzoeker Eveline Crone niet. Al jarenlang bestudeert zij de ontwikkeling van het brein van jongeren. 

Vijftien jaar na het verschijnen van haar bestseller ‘Het puberende brein’ vindt ze het hoog tijd voor een nieuw geluid: “Jongeren groeien niet per se angstiger of onzekerder op dan eerdere generaties. Ondanks alle uitdagingen, zoals prestatiedruk en social media, hebben ze genoeg tools om zich positief te ontwikkelen.”

Toenemende prestatiedruk

Samen met neurowetenschapper Renske van der Cruijsen schreef ze daarom het boek ‘Generatie Zelfvertrouwen’. Hierin delen de onderzoekers hun nieuwste inzichten over de ontwikkeling van het zelfbeeld van jongeren. Van der Cruijsen: “In dit boek komen drie soorten onderzoek voorbij: niet alleen hersen- en gedragsonderzoek, maar ook onderzoek waarin jongeren zelf een actieve rol spelen. Tijdens de coronaperiode bezocht ik bijvoorbeeld buurthuizen om met hen te praten. Zo kregen we een uniek en compleet plaatje van hoe het zelfbeeld van jongeren zich ontwikkelt, welke factoren de grootste invloed hebben, én wat ze nodig hebben om een gezond zelfbeeld te ontwikkelen."

Het boek sluit daarmee mooi aan bij de huidige maatschappelijke discussie over het welzijn van jongeren. Waarom wordt daar eigenlijk zoveel over gesproken? “De jongeren van tegenwoordig ervaren een grotere prestatiedruk dan twintig jaar geleden, zo blijkt uit de cijfers”, zegt Van der Cruijsen. Crone vult aan: “Waarom dat zo is, is nog niet helemaal duidelijk, maar er spelen verschillende factoren een rol, en dus niet alléén de opkomst van digitale media. Zo zijn er de klimaatproblemen, de woningcrisis, een overload aan informatie en nieuwe technologieën. Ook leven we in een meer gepolariseerde wereld en is er minder sociale verbondenheid. Daarnaast zijn de gezinnen kleiner en leggen ouders meer druk op hun kinderen. Overigens is het wel goed te benadrukken dat het niet zo is dat jongeren vroeger géén problemen hadden."

Portret Eveline Crone en Renske van der Cruijsen

Renske van der Cruijsen en Eveline Crone

Marieke Struijk

Evolutionair voordeel

Van der Cruijsen onderzocht hoe en wanneer het zelfbeeld van pubers en jongvolwassenen zich ontwikkelt. Met behulp van hersenscans ontdekte ze dat zogenaamde ‘sociale breingebieden’, zoals de mediale prefrontale cortex, in deze fase van ontwikkeling veel actiever zijn. “Deze activiteit is nodig om jezelf goed te leren kennen”, zegt Van der Cruijsen. Hoe beter de mediale prefrontale cortex ontwikkeld is, hoe beter jongeren over zichzelf kunnen nadenken in het heden, verleden en de toekomst. “We ontdekten dat kinderen in de basisschoolleeftijd zichzelf vooral vergelijken met hun vroegere ik, terwijl jongeren veel meer gericht zijn op de buitenwereld en zich voornamelijk vergelijken met anderen. Op die manier vormen ze een realistisch zelfbeeld.”

Het is voor jongeren heel belangrijk om gehoord, gezien en gerespecteerd te worden

— Eveline Crone

Maar waarom lijkt het dan zo dat jongeren alleen maar met zichzelf bezig zijn? Crone: “Dat is een soort beschermingsmechanisme. Ze zijn in deze jaren extreem gevoelig voor de mening van anderen, inclusief die van hun ouders; ze hebben als het ware overal spiegels om zich heen. In de leeftijd van 10 tot 15 jaar zijn ze daardoor inderdaad meer op zichzelf gericht terwijl ze ontdekken wie ze zijn. Rond hun vijftiende worden ze als het ware ‘wakker’ en richten ze zich meer op hun omgeving en wat ze daarvan vinden. Het komt dus uiteindelijk goed!”

“Uit historische data blijkt dat de meest roekeloze oorlogen vaak door jongeren zijn begonnen”, vult Crone aan. “Dat heeft niet alleen met roekeloosheid te maken, maar ook met de behoefte om het anders te doen. Ze stellen kritische vragen over hoe de dingen gaan en willen het beter doen. Dat heeft ook een evolutionair voordeel; jongeren tussen de 20 en 25 jaar zijn juist vaak heel maatschappelijk betrokken. Kijk maar naar de beelden op het nieuws: het zijn de jongeren die protesteren voor een beter klimaat, strijden voor dierenrechten en met nieuwe technologische oplossingen komen.”

Praten over mentale gezondheid

Een gezond zelfbeeld opbouwen is heel belangrijk volgens de auteurs. “Met een goed zelfbeeld kun je beter keuzes maken, zoals wat betreft je opleiding, je carrière en de mensen die je om je heen verzamelt”, legt Crone uit. “Het gaat niet om een extreem positief beeld van jezelf. Het gaat er juist om dat je je jezelf goed kent, met je positieve en negatieve kanten en dat je die kunt omarmen. Zo krijg je zelfvertrouwen, oftewel vertrouwen dat je de wereld aan kunt, inclusief de moeilijke dingen. En dat is goed voor je welzijn.” 

 

Maar volgens de media hebben veel jongeren, vooral meisjes, last van psychische problemen zoals depressies en burn-outs. Hoe komt dat? Crone: “De cijfers laten inderdaad zien dat jongeren meer mentale gezondheidsklachten ervaren. Sommige wetenschappers spreken zelfs over een globale mentale gezondheidscrisis. Wat waarschijnlijk wel meespeelt is dat jongeren nu makkelijker en opener praten over hun problemen en er dus ook eerder over rapporteren dan vroeger, maar de stijging is er echt!”

“Praten over je mentale gezondheid is belangrijk en het is heel goed dat hier nu minder stigma op is”, vindt Crone. Ze merkt daarbij op: “Meisjes rapporteren inderdaad meer negatieve gevoelens dan jongens. Maar hier is het ook belangrijk om te weten: ze praten er misschien meer over, maar het suïcide-percentage ligt bij jongens hoger. We moeten dus niet denken dat jongens geen last hebben van prestatiedruk en verwachtingen.”

Groep vrienden met telefoon

Jongeren van nu ervaren meer mentale gezondheidsklachten

Freepik

Gehoord voelen

Echte aandacht kan jongeren helpen zich beter te voelen. Crone benadrukt: “Het gaat niet alleen om vragen als Wat voel je? maar vooral ook om ‘Wat heb je nodig? Wat kan jou helpen om je weer beter te voelen?’ Jongeren willen zich gehoord voelen.” Van der Cruijsen voegt eraan toe: “Vergeet niet dat de aandacht en mening van ouders voor hen belangrijk zijn, zoals bij het maken van een studiekeuze of bij problemen die ze ervaren, ook al lijkt dat soms niet zo.”

“Om een betere wereld voor jongeren te creëren, is het belangrijk om ze actief mee te laten denken, bijvoorbeeld in de gemeenteraad of in schoolbesturen,” zegt Crone. “Het is voor jongeren heel belangrijk om gehoord, gezien en gerespecteerd te worden. Ze willen mee kunnen doen en denken, als het gaat om bijvoorbeeld klimaatproblematiek, dat geeft ze kracht.”

Des te opvallender dus dat de politiek vooral gericht is op maatregelen die voordelig zijn voor volwassenen. Van der Cruijsen: “Ook uit ons onderzoek blijkt dat jongeren het belangrijk vinden dat ze serieus genomen worden. Ze zijn bijvoorbeeld geïnteresseerd in wat er met hun gegevens is gedaan. We merken dat het voor volwassenen vaak lastig is om echt naar jongeren te luisteren, omdat die toch vaak een beetje zenuwachtig worden van veranderingen.”

Experimenteren

Sociale media vormen een uitdaging voor jongeren, vooral het altijd ‘aan’ moeten staan. Maar je kunt sociale media niet zomaar indelen in ‘goed’ of ‘slecht’. Want dat ze ook een voordeel kunnen hebben, daar zijn Crone en Van der Cruijsen van overtuigd. “Ten eerste kunnen jongeren gemakkelijk contact houden met elkaar, wat vooral duidelijk werd tijdens de coronapandemie. Het biedt ook een ruimte waar ze kunnen experimenteren met verschillende versies van zichzelf, wat cruciaal is voor de ontwikkeling van hun zelfbeeld: wie ben ik nu echt, wat past er bij mij? Bovendien verlaagt het de drempel om openhartig te zijn of om een bepaalde overtuiging uit te dragen.”

Maar wat als de online versie van jezelf verschilt van wie je in het echte leven bent? “Dat is vrij normaal”, zegt Crone. “Iedereen laat verschillende kanten van zichzelf zien, afhankelijk van de situatie. Op je werk ben je iemand anders dan thuis of bij je vrienden. De online wereld is wat dat betreft alleen een extra omgeving. Jongeren leren gaandeweg begrijpen dat al deze versies bij hen horen, bij wie ze écht zijn.”

“De jongeren van tegenwoordig zijn de agents of change die onze maatschappij nodig heeft. Als we hen de ruimte geven om hun stem te laten horen en hen actief betrekken bij beslissingen, kunnen we samen bouwen aan een toekomst die hen ondersteunt en versterkt,” sluit Crone af.

Meer informatie over het boek ‘Generatie Zelfvertrouwen’ is te vinden op de website generatiezelfvertrouwen.nl. Op zondag 6 oktober om 15 uur gaan de auteurs in De Balie in gesprek over hun boek en hoe jongeren een gezond zelfbeeld kunnen ontwikkelen.